Het kan voor komen dat er op dit moment geen monteur in uw regio beschikbaar is.
Vul daarom onderstaand formulier in zodat wij een passende oplossing voor U kunnen vinden.
Heerlen (; Limburgs: plaatselijk Heƫle) is een stad en gemeente in het zuidoosten van de Nederlandse provincie Limburg. Op 1 januari 2024 had Heerlen 87.498 inwoners (CBS). Heerlen is daarmee de grootste gemeente in de Oostelijke Mijnstreek, en de vierde van Limburg, na Maastricht, Venlo en Sittard-Geleen.
De geschiedenis van Heerlen gaat ver terug. De Romeinen stichtten er een nederzetting met de naam Coriovallum en bouwden er een thermencomplex, dat geldt als het oudste gebouw in Nederland. Als 'Herle' bleef de plaats bewoond in de middeleeuwen. Indrukwekkende groei volgde pas weer aan het begin van de twintigste eeuw, door de winning van steenkool. De mijnbouw zorgde voor welvaart en bevolkingsgroei. Na het verdwijnen van de mijnen kampte Heerlen lange tijd met werkloosheid en economische tegenspoed. Deze werd deels opgevangen door de vestiging van een aantal grote bedrijven en overheidsinstanties.
Bestuurlijk wordt Heerlen gevormd door vier stadsdelen - Heerlen-Stad, Heerlerheide, Heerlerbaan en Hoensbroek - die weer in afzonderlijke wijken zijn verdeeld. Heerlen maakt deel uit van het bestuurlijke samenwerkingsverband Parkstad Limburg, waar in totaal rond de 240.000 mensen wonen. Sedert 2006 kende deze in oppervlakte kleine stadsregio de bijzondere status van plusregio. Deze status is in 2014 weer afgeschaft.
Hoewel er sporen zijn van eerdere bewoning, begon de bewoningsgeschiedenis van Heerlen pas met de komst van de Romeinen. Deze stichtten er 2000 jaar geleden een militaire nederzetting, die zij de naam Coriovallum gaven. De Romeinen bouwden onder meer een badhuis en bedreven er pottenbakkerij.
De oudste schriftelijke vermelding van Heerlen of 'Herle' is in een akte van 1065. Heerlen ontwikkelde zich tijdens de middeleeuwen mondjesmaat als landbouwdorp, met molens en boerenhoeven. Centraal stond de 11e-/12e-eeuwse burcht Landsfort, waarbinnen zich ook de kerk bevond. Heerlen kreeg overigens geen stadsrechten en ontwikkelde zich dan ook niet verder tot een stad.
Tot diep in de 19e eeuw was Heerlen een tamelijk geĆÆsoleerd dorp. Hoofdmiddel van bestaan was de landbouw, goede aan- en afvoerwegen ontbraken. Wilde men met de trein reizen, dan moest men eerst te voet naar Simpelveld (aan de spoorlijn Aken - Maastricht) of Sittard (de spoorlijn Maastricht - Venlo) om daar de trein te nemen. Men kon ook met de postwagen gaan naar Valkenburg, Sittard of Aken. Pas in 1896 kwam de spoorlijn Sittard - Herzogenrath tot stand, aangelegd door de spoorwegbouwer Henri Sarolea, die later met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann de directie zou voeren van de Oranje-Nassaumijnen.
Die spoorlijn was dringend gewenst in verband met de exploitatie van steenkool. In 1894 was al begonnen met de aanleg van de Oranje-Nassaumijn I, 1899ā1974, die vijf jaar later in productie ging. Op Heerlens grondgebied kwamen nog drie mijnen: de Oranje-Nassau III (1917ā1973) te Heerlerheide, Oranje-Nassau IV (1927ā1966) te Heksenberg en Staatsmijn Emma (1911ā1973) in Treebeek (destijds grondgebied van de gemeente Heerlen).
De bevolking nam in korte tijd explosief toe: van een dorpje met 6646 inwoners in 1900 tot een stad van 32.263 inwoners in 1930. Voor al deze mensen uit binnen- en buitenland moesten huizen, scholen, winkels en een ziekenhuis gebouwd worden, wegen worden aangelegd enzovoorts, en dat alles in zeer korte tijd. Het is daarom niet verwonderlijk dat nog maar weinig historische gebouwen bewaard zijn gebleven. In de grote verandering van dorp tot stad vond men ze niet meer passen in een modern stadsbeeld en dus werden ze gesloopt. Beeldbepalend voor Heerlen in de mijnbouwperiode waren de hoge schoorstenen bij een steenkolenmijn. Deze schoorstenen werden in de volksmond aangeduid als Lange Jan (1938-1976, 138m) en Lange Lies (1953-1976, 155m), en waren van zeer grote afstand al zichtbaar.
Er herinnert nog maar weinig aan dat steenkoolverleden van de stad. De steenbergen zijn afgegraven en veranderd in woonwijken of parken, de koeltorens en grote schoorstenen zijn verdwenen. Het schachtgebouw van de Oranje-Nassau I is nog het meest in het oog springende en directe overblijfsel. Ook de vele wijken die in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zijn aangelegd vormen nog steeds sprekende getuigen van die markante periode uit Heerlens geschiedenis. De enige overgebleven steenberg in originele staat (tevens van heel Nederland), van de Oranje-Nassau IV, ligt aan de rand van de Brunssummerheide, maar wordt bedreigd met afgraving, omdat er kostbaar zilverzand onder ligt.
Wel zijn nog hier en daar in Heerlen markante gebouwen bewaard gebleven die herinneren aan de tijd dat Heerlen en de Oostelijke Mijnstreek een groeigebied was. In 1935 kwam een zeer befaamd geworden gebouw gereed, het Glaspaleis van opdrachtgever en lokale winkelier Peter Schunck.
Na jaren van verval en restauratie is het Glaspaleis in 2004 weer in gebruik genomen, nu als cultureel centrum. Het gebouw staat midden in de stad, omgeven door de drie centrale pleinen: Bongerd (Markt), Pancratiusplein en Emmaplein. Het is een nationaal monument en volgens een klassering der Union of International Architects een van de duizend belangrijkste 20e-eeuwse gebouwen ter wereld. Daarnaast hebben het gebouw en de restauratie vele onderscheidingen ontvangen. Een van de aspecten waarin het zijn tijd ver vooruit was is het energiegebruik. Al snel na de ingebruikname bleek dat de geĆÆnstalleerde verwarming zelfs in de winter niet nodig was, omdat het als een broeikas werkt.
De plaats Heerlen ligt in het Bekken van Heerlen, waar de Geleenbeek samen met verschillende zijrivieren ontspringt.
Heerlen is een langgerekte gemeente, en onderdeel van de Oostelijke Mijnstreek. Er zijn aanzienlijke hoogteverschillen. Het centrum ligt op ongeveer 120 meter hoogte. Door toedoen van de steenkoolmijnen en de bijbehorende verspreide bebouwing ontstond een tamelijk volgebouwd gebied dat zich uitstrekt over aangrenzende (en geannexeerde) steden als Hoensbroek, en naburige gemeenten als Brunssum en Landgraaf. Nadat de mijnen werden gesloten zijn de meeste overblijfselen ervan, inclusief de terrils, verdwenen en werden op deze gebieden bedrijventerreinen ingericht dan wel woonwijken gebouwd. Ook infrastructuur, met name de vrijwel parallel lopende autosnelwegen Rijksweg 76 en Provinciale weg 281, droegen bij aan versnippering van het landschap.
De openheid van het heuvelland is desondanks herkenbaar op diverse plaatsen: Het dal van de Geleenbeek in het zuidwesten, met Landgoed Ter Worm met onder meer het kasteel, en de omgeving van buurtschap Ten Esschen zijn daar voorbeelden van. Dwars door de stad en ten oosten van het centrum loopt de Caumerbeek, met nog steeds hellingbossen, waaronder het Aambos dat als het stadspark van Heerlen kan worden beschouwd. Her en der vindt men in het stadsgebied van Heerlen nog historische boerderijen.
Ook zuidelijk van de stadsbebouwing vindt men een open gebied, met de buurtschappen Benzenrade en Imstenrade, en het natuurgebied Imstenraderbos, een hellingbos. Ten zuiden daar weer van bevindt zich een door infrastructuur gedomineerd gebied, met bedrijventerrein "De Beitel" van 132 ha, het Knooppunt Bocholtz en een smalle strook langs de Rijksweg 76 tot aan de Duits-Nederlandse grens.
Ten oosten van de Maria-Christinawijk vindt men het natuurgebied Brunssummerheide met Schrieversheide en Heksenberg, onderdeel van het Heidenatuurpark. De belangrijkste parken zijn verder Heidserpark in het noorden van Heerlerheide, en Koumenberg, tussen Heerlerheide en Hoensbroek.
Door de mijnindustrie en de toenemende bevolking zijn in de 20e eeuw tussen de oorspronkelijke dorpskernen vele nieuwe wijken ontstaan. Dit heeft ertoe geleid dat alle plaatsen binnen en rondom de gemeente met elkaar verweven werden. Per 1 januari 1982 werd de gemeente Hoensbroek, waarvan de bebouwing voor een groot gedeelte aansluit op die van Heerlen, bij Heerlen gevoegd. Zij vormt sindsdien een onderdeel van het stadsdeel Heerlen-Noord, waarin al eerder het oorspronkelijke dorp Heerlerheide is opgegaan. Sinds 2002 hebben de plaatsen echter weer hun eigen plaatsnaamborden terug, zo ook Heerlerbaan.
De stad omvat 4 stadsdelen te weten Heerlen-Centrum, Heerlerheide, Heerlerbaan en Hoensbroek. Verder zijn er een aantal wijken/dorpen die ook weer in een aantal buurten zijn onderverdeeld. Geografisch gezien is Heerlen onder te verdelen in 3 delen:
Naast deze wijken bevinden zich in de gemeente de volgende buurtschappen: Benzenrade, Bovenste Caumer, Ten Esschen, De Euren, Heihoven, Hondsrug, Imstenrade, Koningsbeemd, Musschenbroek, Onderste Caumer, Schurenberg, Terschuren, Terworm en Vrank.
De massale immigratie in de mijnwerkerstijd heeft ertoe geleid dat de gemeenschap van Heerlen ingrijpend veranderd is. Andere Limburgers merken dit vooral aan de taalsituatie: nergens anders in Nederlands Limburg neemt het plaatselijk dialect zo'n marginale plaats in, al is het Heerlens nog niet verdwenen. Het Nederlands dat er gesproken wordt is echter zeer zwaar door het Limburgs beĆÆnvloed; zie het artikel Heerlens Nederlands.
De gemeente Heerlen heeft een laag geboortecijfer en een relatief hoog sterftecijfer. In 2021 werden 702 kinderen geboren, waarmee het bruto geboortecijfer uitkwam op 8,1 levendgeborenen per duizend inwoners. Het gemiddeld kindertal per vrouw was in datzelfde jaar 1,39 kinderen per vrouw, wat ongeveer 14% lager was dan het Nederlandse gemiddelde van 1,62 kinderen per vrouw. Het sterftecijfer kwam in 2021 uit op 14,6 sterftes per duizend inwoners, waarmee Heerlen de veertiende positie innam (van de 344 gemeenten) qua hoogte van het sterftecijfer. De gemeente Heerlen had net als de voorgaande jaren ook in 2021 een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei van -0,65%.
Volgens een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende 74,5% van de bevolking van de gemeente Heerlen zich tot een kerkelijke gezindte of een levensbeschouwelijke groepering, terwijl de resterende 25,5% van de bevolking niet confessioneel was. Ongeveer 61,8% van de bevolking noemde zichzelf katholiek, een percentage dat in de loop der tijd langzaam maar geleidelijk is afgenomen. De grootste minderheidsreligie was de islam - ongeveer 4,8% van de bevolking was volgens dat onderzoek moslim. De leden van de Protestantse Kerk in Nederland (1,7%), Nederlandse Hervormde Kerk (1,3%) en de Gereformeerde Gemeenten (0,6%) vormden gezamenlijk 3,6% van de Heerlense bevolking, terwijl boeddhisten en joden 0,5% respectievelijk 0,2% van de bevolking vormden. Ongeveer 3,6% van de bevolking rekende zich tot een andere religieuze groep.
Sinds 1 januari 1982 wordt de huidige gemeente Heerlen gevormd door Heerlen en de voormalige gemeente Hoensbroek. Thans vormt Heerlen samen met Kerkrade, Landgraaf en Brunssum als sterk verstedelijkt gebied een stadsregio, waarin in totaal ongeveer 250.000 mensen wonen. De officiƫle naam van deze stadsregio is "Parkstad Limburg", met daarin ook de meer landelijke gemeenten Voerendaal, Simpelveld en Beekdaelen. Heerlen vervult in deze regio een centrumfunctie.
In oktober 2017 nam de Nederlandse ministerraad een voorlopig besluit - op grond van een herindelingsadvies van de provincie Limburg - tot fusie van de gemeenten Heerlen en Landgraaf per 1 januari 2019. Na een negatief advies van de Raad van State werd op 8 december 2017 besloten deze procedure te beƫindigen.
Samen met de gemeenten Maastricht en Sittard-Geleen vormt Heerlen het samenwerkingsverband Tripool Zuid-Limburg. Deze samenwerking is bedoeld om de economische structuur in het gebied Zuid-Limburg te versterken. Er bestaat ook een grensoverschrijdend regionaal cultureel-economisch samenwerkingsverband, de Euregio Maas-Rijn, waarin de nabije Belgische, Nederlandse en Duitse regio's als vijf partners participeren. In 1991 heeft dit een juridische status gekregen. De Euregio manifesteert zich doordat in de betreffende gebieden vooral veel samenwerking bestaat tussen universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven.
De gemeenteraad van Heerlen bestaat uit 37 zetels. Hieronder de behaalde zetels per partij bij de gemeenteraadsverkiezingen sinds 1998:
Sinds de samenvoeging met Hoensbroek in 1982 toont het wapen van de gemeente een samenstelling van I (links) de rode leeuw van het oude hertogdom Limburg in de versie van de heren van Valkenburg (1288ā1381), met II (rechts) het gemeentewapen van Hoensbroek, zijnde de zwarte leeuw op een zilveren veld met rode horizontale balken van de familie Van Hoensbroeck, naar wie de voormalige gemeente en het huidig stadsdeel Hoensbroek is genoemd.
Min of meer als overblijfsel van de voormalige mijnindustrie was in Heerlen nog lang het hoofdkantoor van chemieconcern DSM gevestigd. Het concern kondigde in 2021 het vertrek naar Maastricht aan. In Heerlen bevinden zich (hoofd)kantoren van spelers in de financiƫle en economische dienstverlening, waaronder Stichting Pensioenfonds ABP, AZL, Belastingdienst Buitenland, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Obvion. Buiten de financiƫle en economische dienstverlening zijn bedrijven in andere dienstverlenende sectoren in Heerlen aanwezig. Zo is het moederbedrijf van HAGO, Vebego op een steenworp afstand, in Voerendaal, gevestigd.
Tussen het Schouwburgplein, Raadhuisplein en het Maankwartier bevinden zich de winkelstraten van Heerlen. Daarnaast zijn er twee winkelcentra in het centrum te weten Corio Center Heerlen aan de Saroleastraat en Shoppingcenter 't Loon achter het Schouwburgplein.
Aan de rand van Heerlen ligt Woonboulevard Heerlen.
De gemeente Heerlen telt tal van bedrijventerreinen, namelijk:
Heerlen ligt aan de autosnelwegen A76 (sinds 1960) en A79 (sinds 1970).
Sinds 1896 ligt Heerlen aan de spoorlijn Sittard - Herzogenrath met station Heerlen. Vanaf 1914 is dit station via de spoorlijn Heerlen - Schin op Geul ook verbonden met Maastricht. Sinds 1934 is er ook een verbinding met Kerkrade via de spoorlijn Schaesberg - Simpelveld.
Heerlen heeft tegenwoordig drie treinstations: station Heerlen (geopend in 1896), station Heerlen Woonboulevard (geopend in 2010) en station Hoensbroek (geopend in 1896). Ze worden alle drie bediend door treinen van Arriva, station Heerlen wordt daarnaast ook bediend door treinen van NS. De exploitatie van het stads- en streekvervoer ligt ook in handen van Arriva waarbij het busstation gelegen naast het Maankwartier en het treinstation als hub fungeert.
Tussen 1923 en 1950 reden er elektrische trams van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij van Heerlen naar Sittard, Brunssum en Kerkrade.
Theater Heerlen, de voormalige stadsschouwburg, is het grootste theater van de stad. Het beschikt over drie zalen, waarvan de RABOzaal de grootste theaterzaal van Limburg is. Het theater werkt onder andere samen met de Stichting Cultura Nova, die jaarlijks het tiendaagse grensoverschrijdende zomerfestival Cultura Nova organiseert. Een ander cultureel centrum is het Cultuurhuis Heerlen (voormalig patronaat).
Quatro Cinema is de grootste bioscoop van de stad. Filmhuis De Spiegel richt zich meer op arthousefilms. Het filmhuis wordt ook gebruikt voor onder andere lunchconcerten en zondagochtendconcerten door leden van het LSO. Architectuurcentrum Vitruvianum in het Glaspaleis organiseert exposities, evenementen, rondleidingen en lezingen. Het Dutch Mountain Film Festival is een jaarlijks internationaal bergfilmfestival
Heerlen telt een groot aantal terugkerende muziekevenementen. Jazz on the Roof organiseert elke tweede dinsdag van de maand live jazz op het dak van het Glaspaleis. Elke derde zondag van de maand vinden koffieconcerten plaats in Filmhuis De Spiegel, Glaspaleis, door leden van het LSO. De lunchpauzeconcerten worden elke eerste donderdag van de maand gehouden in Filmhuis De Spiegel. Het jaarlijkse Cultura Nova is tiendaagse grensoverschrijdend cultureel zomerfestival. Het International Breakdance Event (ook IBE, the Notorious IBE genoemd) is een groot breakdance-evenement. Het gratis Booch? vindt eveneens jaarlijks plaats, met twee podia (vanaf 2011 beide op het Pancratiusplein). Het Charles Hennen Concours is een internationaal kamermuziekconcours met nevenactiviteiten en concerten en het Orlando Festival behelst een zomers kamermuziekfestival met concerten in Theater Heerlen, Theater Kerkrade en abdij Rolduc in Kerkrade. Groot is ook het openluchtfestival ParkCity Live, met 5 pop- en culturele podia en vele grote (voornamelijk) nationale artiesten op Park Bekkerveld in het hart van Heerlen.
In 2015 was Heerlen gaststad van het landelijke radio- en televisie-evenement 3FM Serious Request.
Heerlen kent ook een traditie van een stadsreus die zich (ook) buiten de carnavalsperiode tijdens bijzondere gelegenheden laat zien. Het initiatief hiertoe werd in 1996 genomen en sindsdien heeft Heerlen Ć©Ć©n stadsreus: reus Lucius.
In de periode 1970 tot en met 1998 was Heerlen het decor voor de start van de wielerklassieker Amstel Gold Race. In 1967 vond in Heerlen het WK wielrennen plaats. Jan Janssen haalde er een zilveren medaille. Nu vindt nog jaarlijks een wielercriterium plaats, genaamd de RaboRonde Heerlen. Deze wedstrijd wordt telkens op de eerste vrijdag na de Ronde van Frankrijk verreden in de binnenstad van Heerlen. Het criterium wordt sinds 1990 georganiseerd en trekt vele tienduizenden bezoekers.
Heerlen kent meerdere amateurvoetbalclubs.
Heerlen heeft voorts een eigen tafeltennisclub: TTV Lybrae Consultants.
In het noordoostelijk deel van de gemeente ligt op de grens met twee buurgemeenten de Brunssummerheide, met in het zuidwesten van dat gebied in de gemeente Heerlen de Heksenberg. In stadsdeel Hoensbroek ligt het voormalige zwemparadijs Otterveurdt. Dit zwembad draagt tijdelijk de naam Zwembad Hoensbroek.
Voor Hoensbroek, zie de plaatsbeschrijving daar.
Voormalige synagoge, aan Stationstraat 24a. Zie Joodse begraafplaatsen (Heerlen)
Op de Caumerbeek, met de stroom mee:
Op de Geleenbeek, met de stroom mee:
De eerste mijnwerkerswoningen ontstonden in de Leenhofstraat (wijk Schaesbergerveld) in 1905-1906, ten behoeve van de Oranje-Nassaumijnen. Een volgende groep, oorspronkelijk bestaande uit 186 huizen, werd gebouwd in Musschemig, tussen 1905 en 1918. Deze werden in de Lotharingse stijl gebouwd, die zowel schoon metselwerk als gepleisterd metselwerk vertoont.
In Grasbroek werd in 1909 een complex woningen in Lotharingse stijl gebouwd. Van 1910-1915 werden er ook woningen voor hoger mijnpersoneel (opzichters, hoofdopzichters) gebouwd.
In de wijk Beersdal werd van 1911-1918 een groep van 272 woningen gebouwd, en deze wijk is geklasseerd als Rijksbeschermd gezicht en eveneens uitgevoerd in Lotharingse stijl.
In de wijk Rennemig werden van 1914-1918 ook huizen in Lotharingse stijl gebouwd. In 1923-1925 werden hier ook opzichterswoningen gebouwd. Ook de groep huizen in de wijk Ganzenweide (in stadsdeel Heerlerheide) was voor hoger mijnpersoneel bestemd.
Van 1912-1918 werden 176 woningen in de wijk Passart in Heerlerheide gebouwd, ontworpen door Jos Cuypers, in historiserende stijl, met onder meer klokgevels.
Een grote kolonie werd gebouwd in Molenberg, ontworpen door Jan Stuyt. Het betrof 710 huizen en 18 winkels en werd gebouwd in het tijdvak 1915-1927. Een aantal hiervan werd gesloopt, de meeste werden gerenoveerd in 1977.
In 1921 werd een klein aantal huizen gebouwd in Welten, ontworpen door Jan Stuyt. In 1986 werden deze huizen gerenoveerd. In Heksenberg werden woningen gebouwd die door F.W. de Rooy ontworpen waren en gerealiseerd werden van 1927-1928.
In 1941 werd de Maria-Christinawijk te Heerlerheide gebouwd. Deze was als een nationaalsocialistische modelwijk gedacht en werd ontworpen door de Duitse architecten K. Gonser en H.G. Oechler. Naar nazi-gebruik omvatte de wijk ook partijgebouwen en een exercitieterrein. Er werd tevens gerekend op kinderrijke gezinnen. De wijk was bedoeld voor Duits personeel dat de mijn van de Nederlanders zou overnemen, maar uiteindelijk werd ze pas in 1947 opgeleverd en uiteraard ontbraken de partijgebouwen en dergelijke en werden de woningen door Nederlands personeel in gebruik genomen.
In februari 2008 werden de voormalige mijnkoloniƫn Beersdal, Eikenderveld en Maria-Christinawijk als beschermd stadsgezicht aangewezen door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Ook de uitbreidingswijk Tempsplein van architect Jan Stuyt werd aangewezen als beschermd gezicht. Ook een gedeelte op de grens met buurgemeente Landgraaf is een beschermd stadsgebied. Verder is een gebied van de wijk Molenberg een beschermd stadsgezicht.
Heerlen had en heeft tal van onderwijsinstellingen, zoals:
Deze onderwijsinstellingen zijn door fusies tot stand gekomen, en hebben tegenwoordig meerdere vestigingen, ook in de regio.
Daarnaast lag van 1966 tot 1999 de Universiteit voor Theologie en Pastoraat (UTP) in Heerlen.
Hoensbroek, Amstenrade, Brunssum, Nieuwenhagen, Voerendaal, Kunrade, Ubachsberg, Spekholzerheide, Schaesberg