Het kan voor komen dat er op dit moment geen monteur in uw regio beschikbaar is.
Vul daarom onderstaand formulier in zodat wij een passende oplossing voor U kunnen vinden.
Blaricum () is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie Noord-Holland. De gemeente telt 12.725 inwoners (1 januari 2024, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 15,56 km².
De eerste vermelding van Blaricum in de archieven dateert volgens dr. A.J.C. de Vrankrijker van 1343. De plaats werd toen Blarichem genoemd. De naam zou kunnen worden verklaard uit de samenstelling van de persoonsnaam Bladheri, met het achtervoegsel -inga en het woord heem (woonplaats). De aardrijkskundige woordenboeken geven verder nog de namen Blaercom, Blarikom en Blaren om het dorp aan te duiden.
Hoewel er is gesuggereerd dat Blaricum al vóór de 10e eeuw bestond, dateert de eerste vermelding pas van 1342. Ook in 1382 wordt Blaricum in de archieven vermeld vanwege een overeenkomst over een stuk veengrond. Tevens komt het dorp ter sprake in een rechtszaak tegen een van de bewoners.
Blaricum kende een eigen dorpsbestuur. De rechtspraak werd in samenwerking met het naburige Laren uitgevoerd: beide dorpen vormden één gerecht waarbij de rechtszittingen bij toerbeurt in Blaricum en Laren werden gehouden. Voor de kerkdiensten waren de inwoners van Blaricum aanvankelijk aangewezen op het kerkje bij het Sint-Janskerkhof te Laren, totdat Blaricum rond 1400 een eigen parochie werd met een eigen kerkgebouw.
In 1494 telde Blaricum rond de 300 inwoners. In 1622 was het inwoneraantal toegenomen tot 715.
Van eind 15e eeuw tot begin 18e eeuw stond even buiten het dorp het Slot Ruysdael.
Blaricum was na de Reformatie hoofdzakelijk Rooms-Katholiek gebleven. De kerk was in protestantse handen overgegaan, maar de protestantse gemeenschap bleef klein. De katholieke bewoners maakten aanvankelijk gebruik van een boerderij, maar in 1656 kreeg de pastoor een vergunning om een eigen kerkje te bouwen.
Op 26 maart 1696 verwoestte een brand een groot deel van Blaricum, waaronder ook de school en de kerk.
In 1795, ten tijde van de Bataafse Republiek, kreeg Blaricum een eigen rechtbank. De katholieken kregen tevens de mogelijkheid om de kerk weer terug te vorderen, aangezien zij met 500 gelovigen tegen 50 gereformeerden de meerderheid vormden. Beide partijen konden het echter niet eens worden over de hoogte van de vereiste schadeloosstelling die de katholieke gemeenschap moest betalen voor het overnemen van het slecht onderhouden kerkgebouw. De kerk is uiteindelijk in protestantse handen gebleven. Wel is het eigendom van de toren, conform de wetgeving van de Franse bezetters, overgegaan naar de gemeente.
Op 21 oktober 1811 werd bij Keizerlijk Decreet besloten om Blaricum bij de gemeente Laren te voeren, maar met het vertrek van de Fransen werd dit op 13 december 1815 weer teruggedraaid bij Koninklijk Besluit. Overigens duurde het nog tot 3 april 1817 voordat het gemeentebestuur weer was geïnstalleerd.
In 1862 werd de Sint-Vituskerk gebouwd, naar een ontwerp van de architect Pierre Cuypers.
Eind 19e eeuw werd het Gooi ontdekt door kunstenaars. Verschillende schilders vestigden zich in Laren en Blaricum en vormden daar de zogenaamde Larense School. Zij legden zich vooral toe op het schilderen van het Gooische landschap en de interieurs van de boerderijen. Een van deze schilders was de Amerikaan William Singer die in 1937 de villa Nederheem liet bouwen in Blaricum. Deze villa heeft later nog enkele decennia dienst gedaan als gemeentehuis.
Op 15 april 1882 opende de Gooische Stoomtram de verbinding Hilversum - Laren - Blaricum - Huizen. In oktober 1947 werd de tramverbinding opgeheven.
In de 20e eeuw veranderde het agrarische karakter van Blaricum. Het belang van de landbouw, schapenhouderij en weverij namen af of verdwenen. Rondom het dorp verrezen villawijken. Vanaf 1973 werd de nieuwbouwwijk Bijvanck gebouwd op de voormalige weidegebieden van de Oostermeent.
Blaricum ligt in de landstreek het Gooi. Net als het nabijgelegen Laren is het van oorsprong een brinkdorp waarvan nog veel boerderijen bewaard zijn gebleven. Rond het begin van de twintigste eeuw vestigden zich in Blaricum veel rijke Amsterdammers en kunstenaars, waardoor het dorp sterk in aanzien steeg.
Blaricum bestaat naast de dorpskern uit de noordelijker gelegen woonwijken Blaricummermeent en een deel van Bijvanck. Deze beide aaneengesloten wijken worden samen begrensd door de Randweg Oost/Goyerweg, de A27 en het Gooimeer. De woonwijken zijn aan de westzijde vastgegroeid aan Huizer wijken Vierde Kwadrant en Bijvanck. De (noord-)oostelijke uitloper van de gemeente ligt in de Eemvallei en heeft zelfs een stukje kust aan het Eemmeer. Voor de kust, naast de Stichtse Brug, ligt het eiland De Dode Hond dat ook nog tot de gemeente behoort. Dit eiland is het meest oostelijke punt van de provincie Noord-Holland.
In het rustieke dorpscentrum staat de monumentale Hervormde Kerk. In de gemeente ligt het streekziekenhuis Tergooi - locatie Blaricum. Door dit ziekenhuis heeft de gemeente een hoog aantal nieuwgeborenen (met moeders afkomstig uit omliggende gemeenten), maar toch een redelijk constant inwonertal.
De dorpskern van Blaricum is een beschermd dorpsgezicht.
In de gemeente bevinden zich onder andere de volgende bezienswaardigheden.
Tevens bevinden zich in Blaricum diverse monumenten, zie:
Topografisch kaartbeeld van de gemeente Blaricum, per september 2022
De gemeenteraad van Blaricum telt 15 zetels.
* Partij van de Arbeid alleen
Blaricum heeft een busstation waar een aantal buslijnen samenkomen: bij een P+R ten westen van de A27.